Vroeger (vóór de jaren ’70) werd er vaak voor kunstleien gekozen omdat deze individueel vastliggen met nagels en een goeie dichting vormen zonder de aanwezigheid van een onderdak. Plaatsing van een onderdak was immers nog niet gebruikelijk en is pas later de norm geworden. De daken vroeger met dakpannen hadden toen wel eens te maken met stuifsneeuw op zolder omdat er geen onderdak was en losgewaaide dakpannen, aangezien de dakpannen toen ook meestal niet werden vastgevezen of genageld.
Vandaag de dag kunnen we stellen dat de keuze voor leien of pannen louter esthetisch is. In beide gevallen moet er een onderdak aanwezig zijn om de luchtdichting en waterdichting beter te kunnen garanderen.
Bij dakpannen is er een zeer grote keuze van vormen en kleuren. Voor iedere bouwstijl, past er wel een dakpan. Van strakke vlakke pannen tot rustiek golvend.
Leien zijn steeds vlak, maar veel dunner dan dakpannen. Bij leien heb je de keuze tussen kunst- of natuurleien. Natuurleien vinden we vooral terug op het dak van de Vlaamse kerken en kastelen. Ze hebben een authentieke look en zeer lange levensduur. Er hangt hier natuurlijk wel een hoger prijskaartje aan vast. Kunstleien zijn gemaakt van vezelcement en zijn groter dan natuurleien. Meestal zwart of grijstinten.
Hieronder enkele voor- en nadelen opgesomd:
Dakpannen (keramisch of beton):
Voordelen:
- Eenvoudiger te leggen voor een leek dan leien.
- Ruime keuze in vormen en kleuren.
- Sneller gelegd dan leien.
- Goedkoper dan leien.
- Ligt gedeeltelijk los dus gemakkelijk om nadien nog te vervangen of aanpassingen te doen (bv. Dakraam of zonnepanelen bijplaatsen).
Golvende pannen zeer geschikt voor daktimmerwerk die niet perfect vlak staat. M.a.w. fouten en oneffenheden vallen minder op.
Nadelen:
- Zwaarder dan leien (meer belasting voor de dakconstructie).
- Moet met een kraan of daklift omhoog gebracht worden.